Sunday, March 21, 2010

Mooie liedjes ...



UIteindelijk hebben we in de grampains toch niet geklommen. Weeral te duur. Onze eerste dag begonnen we met een bezoek aan het Aboriginal cultureel centrum waar Bart even met één van de mensen van 't centrum samen zit om wat basis kennis over de didgeridoo op te doen. Hij is er snel mee weg en kan geluid produceren, maar dan zal het nog jaren vergen eer je vlotjes kan spelen. Je moet er namelijk een speciale techniek voor ontwikkelen: ademen terwijl je ook lucht uit blaast, een beetje zoals doedelzak spelen (wat we ook niet kunnen). Vrouwen mogen geen didgeredoo spelen, dus ik krijg enkel een pvc buis en een stofzuigerbuis aan geboden.
In de namiddag bezochten we wat bezienswaardigheden: de typische uitkijk punten en watervallen met uiteraard geprepareerde paden van maximuum 2 km. We worden verwend en lui zo.
De volgende dag, meteen ook de laatste in de grampains besloten we een afgelegen site te bezoeken voor wat bushwalks en om aboriginal rotschilderijen te zien. Deze laatste waren niet zo indrukwekkend, er zullen er ongetwijfeld veel mooiere te zien zijn maar waarschijnlijk moeten we daarvoor de outback in. Daarna besloten we een wandeling te doen op zoek naar de klimmassieven en rotsen. De hitte is echter enorm en het lukte ons amper om evenveel vocht binnen te krijgen als we uit zweten. Door de hitte zat er precies ook lood in mijn benen.
Intussen moesten ook beslissingen genomen worden: hoe vullen we onze laatste dagen in? Tussen de grampains en Adelaide zijn niet echt veel uitschieters qua bezienswaardigheden, behalve een paar national parks. Optie 1 was om direct door te steken tot een 300 tal km voorbij Adelaïde naar Flinders Range, een schitterend national park dat ons al een voorproefje van de outback zou geven. Maar dat zou wel een lange dag rijden worden (> 12 uur) en een beetje zot om daar dan maar 1 dag te kunnen spenderen. Optie 2 is afzakken naar Kangaroo Island, een prachtig eiland met unieke fauna en flora, dat onder het Fleurieu schiereiland ligt, vlak onder Adelaïde. Helaas is de ferrie er naar toe gigantisch duur en het eiland te mooi om ook weer voor maar 1 dag naar toe te gaan. UIteindelijk besloten we om gewoon naar het Fleurieu schiereiland te rijden om nog wat zon, zee en strand mee te pikken. Er is daar ook net een nieuwe YHA jeugdherberg geopend in Port Eliot. De YHA wass weeral een schitterende jeugdherberg, erg kalm met leuke ruimtes. We houden de laatste dagen een rustig tempo aan dus veel stond er niet op het programma. Bart kreeg van de YHA uitbater een snorkel set mee dus we gingen eerst op zoek naar een mooie plaats voor hem om te snorkelen. Ik installeerde me met Kai op een klein strandje in Victor Harbor maar mag al snel op de rotsen vluchten wegens het opkomende tij. Bart had het ook niet onder de markt want zijn snorklemasker paste niet en zijn zwemvinnen waren te klein. Hij zag dus veel water, helaas meer in zijn bril dan door zijn bril. Zo miste hij net de zeehond die met hem een rondje wou zwemmen. Daarna besloten we om Kai in slaap te wandelen. Victor Harbor was in koloniale tijden de plaats van waaruit alle graan etc naar de rest van australië en de wereld werd verscheept. Het graan kwam per stoomtrein van het vaste land toe, maar vermits het stadje zelf in een baai ligt met vrij ondiep water, beschermd door een klein eilandje in de baai legden alle schepen aan op eht eilandje (granite island). Dat eilandje is met Victor Harbor verbonden door een lange houten pier waarover de goederen dan per paardentram naar de werf gebracht werden. De paardentram is nu een toeristische attractie. Plus een kleine kolonie pinguins heeft hier ook zijn nestplaats en elke avond komen de beestjes na een dag vissen op zee hier aan land, ook een toeristische attractie. Wij houden het bij een wandeling rond het eiland. Aan de oceaan kant zijn de golven alweer spectaculair en ter hoogte van de golfbreker doet ze verwoed pogingen om de toeristen op te eten. Hilarische fotomomenten want iedereen wil wel op een foto met een brekende opspattende golf op de achtergrond (totdat de golf voor een gratis douche zorgt). Wij lopen de golfbreker op want aan het eind zijn een paar zeehonden aan het spelen.
We zijn niet zo onder de indruk van het schiereiland, we vonden de oceaan hier niet zo mooi en de vele bebouwing met vakantie huisjes en appartementen geeft het een 'belgische kust' gevoel.
Vandaag dan besloten we om ons geluk nog eens met een cruise te proberen. En wat een hoogtepunt is dit geworden (ondanks het wederom bejaarde publiek). Net voor het schiereiland mondt de Murray rivier uit, 1 van Australiës belangerijkste rivieren die uiteraard alweer deftig om zeep wordt geholpen door klimaat veranderingen en door het over gebruik (door het tekort aan water hier in dit gortdroge land wordt teveel water uit de rivieren gehaald). Waar de Murray in de zee uitmondt is een gigantisch gebied met zandduinen, meren, laag waterland etc ontstaan met een constant spel tussen zoet en zout water. Onze boot is klein, maar voor 40 man. Onze gids is gepassioneerd en weet immens veel te vertellen over de omgeving, de dynamiek van dit waterlandschap, de fauna en flora. Via een sluis (om het zoet en zout water gescheiden te houden) varen we de meren op. Na een tijdje mogen we aan land voor een eerste wandeling, door de duinen naar de oceaan die hier wel weer prachtig is. De gids leert ons naar 'cockles' = schelpen te zoeken. Enkel diegene van een bepaalde grote mogen geoogst worden. De dapperen mogen ze rauw proeven maar tegen dat we terug aan de boot zijn heeft de stuurman een hoop schelpen bereid in een heerlijk sausje, veel beter dan rauw. Na de middag leggen we nog eens aan en verteld de gids uitgebreid hoe op de zoute onderlaag onder de zandduinen een grote bel (zoet water) regenwater opgeslagen is. We graven naar het water en het smaakt nog goed ook. Door deze grote zoet water reservoires leefden hier vele diersoorten en eetbare planten waardoor hier een welvarende aboriginal kolonie kon leven. Uiteraard tot de kolonisten vonden dat deze duinen veel beter geschikt waren om hun vee te laten grazen waardoor ook hier de aboriginals verjaagd werden. Deze site is nog altijd van groot belang voor de Aboriginals dus we mogen van de gids enkel op bepaalde plaatsen lopen (en inderdaad, we zien verschillende menselijke beenderen liggen). We leren heel wat bij over de gebruiken, veel beter dan een museum. We zijn uteindelijk erg blij dat we deze cruise nog meegepikt hebben en uiteraard was Kai weer de publiekslieveling bij de oudere dametjes en heren.
Na een uurtje rijden zijn we dan uiteindelijk aangekomen in Adelaïde, onze eind bestemming. We hebben intussen al de auto leeg gemaakt (die een stort was na een maand uit de koffer te leven) en nu moeten we nog zien uit te vinden hoe we alles in de valiezen gaan krijgen. Morgen moeten we de auto nog kuisen en dan gaan binnen brengen. Daarna nog wat de stad verkennen en dinsdag ochtend moeten we helaas al terug naar huis.

Tuesday, March 16, 2010

Great ocean road




Onze great ocean road trip zit er ook al weer op. We begonnen er aan, na Melbourne met een overnachting in de jeugdherberg van Lorne, kleine houten gebouwtjes in cottage stijl, in het regenwoud. Helaas weer een weekend dus veel zingende aussies in de buurt. De dag erna uiteraard gewekt door een concert van kaketoe gekrijs (en Kai kan al heel goed zo'n beest imiteren, net echt) maar we hadden maar een korte trip gepland, 40 km. Helaas was het national park dat we wilden bezoeken gesloten voor toeristen omdat ze gecontroleerde branden aan het opzetten waren (als preventie tegen de grote bosbranden en ter regeneratie van het woud worden het struikgewas en lage planten door de parkrangers af gebrand). Streep door de rekening dus een ganse dag lekker nietsnutten in het vooruitzicht. Tegen de middag arriveerden we al in Apollo Bay, onze overnachtingsplaats. De jeugdherberg is nog maar een paar jaar oud, en een prijzen winnend 1,5 miljoen euro pasief huis en bovendien een schitterend staaltje van moderne architectuur. Wat een zalige plaats om een dagje te niksen. Onze kamer heeft een eigen balkon en terwijl Kai een middagdutje doet en Bart oefent op de didgeredoo installeer ik me met een roddelboekje op het balkon.
Het huis zelf is erg interessant en zo gebouwd om in de winter maximaal warmte binnen te krijgen en in de zomer maximaal te koelen (zonder airco). Er zijn overal ruimtes met gigantische hoeksalons, bankirai terassen, een kruidentuin...jammer dat we ook hier maar 1 nacht blijven. Na wat niksen doen we nog een korte strandwandeling en genieten van een lekkere pasta schotel bij zonsondergang op het dakterras. Life is beautifull that way...
Met spijt verlaten we de volgende ochtend het hostel en trekken verder de great ocean road op. Al snel is 't file rijden wegens de grote hoop bange puiten en karavans. Ongelooflijk hoe de doordeweekse australiër en toerist schrik heeft van wat hellingen en bochtige wegen. Gelukkig krijgt Bart er af en toe genoeg van en onderneemt waar het kan wat riskante inhaalmanoevres. UIteindelijk is het beter zo want in een kolonne dicht opeen rijdende autos waarvan de helft van de bestuurders plots remmen zonder reden (heeft ook veel te maken met de automatische versnellingsbak waar de meesten niet van beseffen dat ze ook een stand voor bergop en bargaf hebben) is veel gevaarlijker.
Langs de great ocean road heb je verschillende rotsformaties waar het kolkende zeewater de zachtere rots heeft weg gesleten. Om de zoveel kilometer zijn er dus parkings met uitzichtpunten en toeristen. Gelukkig doen de meeste toeristen alleen de meeste bekende (brochure materiaal) stops zodat we de rest meestal voor onszelf hebben. Aan de laatste stop ontdekken we door over een muurtje te klauteren een grote rotspoel die een beetje op een rand hangt met daaronder de beukende golven van de oceaan. Het water is warmer dan dat van de oceaan en bart laat zich tot een zwempartijtje verleiden, in adamskostuum want de zwembroeken liggen in de auto. Net wanneer hij het water wil in springen komt een groepje toeristen om de hoek. Hilarisch moment...betrapt...en vereeuwigt met hun fototoestellen.
Tegen de avond slaat het weer helemaal om en krijgen we zelfs regen. We hebben de great ocean road achter ons gelaten en we zijn gestopt in een reservaat in een grote vulkanische krater en daar zien we onze eerste emu's (een soort struisvogelachtig beest, één van australiës nationale trotsen). Volgens de man van het visitor centre zouden er ook grote hopen kangaroos moeten tevoorschijn komen maar die laten het afweten. Een groepje witte zwitsers (pas in het land) spotten hun eerste koalas en stormen in volle vaart op het beest af. Van schrik kruipt het beest in de verkeerde boom (naaldboom ipv zijn geliefde eucalyptus boom). Na een tijdje komt het beest er uit en prompt komen de zwitsers er weer op af. Het beestje twijfelt even: aanvallen of toch maar uitwijken. Gelukkig het laatste en vindt het dan toch zijn boom. Ik vertel de zwitsers dan maar dat alhoewel het beestje er erg lief uit ziet het toch geen katje is om zonder handschoenen aan te pakken. Als het zich bedreigd voelt kan het gemeen krabben en bijten.
Helaas is het al te laat om nog te wandelen en we besluiten de volgende dag terug te keren. De jeugdherberg is een teleurstelling, na het schitterende huis van de vorige nacht.
Vandaag dan hebben we nog een paar wandelingen in het reservaat gedaan om daarna door te steken naar de Grampains, bergachtige rotsformaties dieper het binnenland in. We hopen hier te kunnen klimmen. We blijven hier alvast een paar dagen om van de mooie natuur te genieten. Ook deze jeugdherberg is weer een ecologisch huis, met zonnepanelen, allerlei water besparende maatregelen, composterende kippen etc. En eindelijk...echte kangaroos (geen kleinere walibis, pottoroos of dergerlijke)
Daarna weten we nog niet goed hoe we verder reizen. We hebben dan nog een grote week en tussen hier en Adelaïde zou niet veel te zien zijn. We gaan nog een goed

Saturday, March 13, 2010

Melbourne's afwijkende verkeersregel.


Tegen alle logica in maar voor een veiliger verkeer. Om ongevallen tussen auto's en trams te vermijden hebben ze in Melbourne een afwijkende verkeersregel ingevoerd.
Wanneer er een bord staat zoals op de foto moet je voor rechts af te slaan links voorsorteren. Als het verkeerslicht op groen komt mag je doorrijden maar niet rechts afslaan. Je moet voor de auto's gaan staan die klaarstaan voor het licht van de straat links van jouw. Wanneer het licht voor de wagens van de linkse straat op groen komt dan pas mag je als eerste over draaien.

Melbourne



Het Wilsons Promontory NP wordt door velen als één van de mooiste nationale parken van Australië gezien. Wij waren een beetje sceptisch, want ze zeggen dat hier van alles. We vertrokken met spijt uit het hostel, in druilerig weer. Tegen dat we een paar tientallen kilometers verder waren, in het national park regende het al, maar zelfs in de regen konden we al zien dat het inderdaad een prachtig park was. Helemaal niet vlak zoals ik van dit schiereiland verwacht had maar met vele heuvels, rotspartijen, bossen, baaien en stranden en eilandje. Zoals steeds ook hier weer een prima visitor centrum waar we van alle nodige informatie voorzien werden (in elk NP krijg je vollop folders en kaarten). We besloten om naar een top van een 'berg' te wandelen om een 360° uitzicht te hebben. We komen intussen nog enkele anderen uit het hostel tegen: Anna, een Spaanse van 25 jaar die haar vader nog maar een jaar geleden voor het eerst zag, en haar vader Fabrizzio. Hij is namelijk een Australische italiaan die in zijn jeugdjaren door Europa gereisd heeft en blijkbaar toen even voor de charmes van een Spaanse is gevallen. En ze hebben elkaar een jaar terug voor het eerst ontmoet en reizen nu samen door Australië. Nama, een Israëlische die in Tasmanië woont en hier een paar dagen een trektocht doet. En dan nog een duitser die nogal met zijn hoofd in de wolken loopt.
Als we boven op de berg staan en het laatste stukje rots over klauteren hebben we zoals iedereen een heel groot 'wow' effect. Indrukwekkend zicht en met ster zowat het mooiste dat we al gezien hebben. Helaas jaagt een grote dreigende regenwolk ons al veel te snel van de top. Nadien nemen we afscheid van Anna en haar vader en wij trekken naar 'Squeaky beach' of 'piepend strand' zo genoemd omwille van het geluid het strand maakt als je erover loopt. En dat komt omdat alle zandkorrels een beetje van dezelfde grote zijn...
Het strand zelf is stralend wit, heeft rood getinte rotsen en beukende golven...prachtig. Het weer is intussen helemaal uitgeklaard en onder stralende zon rijden we door naar Melbourne. Ik heb een kaart in de wegenatlas waarop Melbourne (stad van 5 miljoen inwoners) niet veel groter is dan een paar vierkante centimeters. Aan de hand daar van moet ik de weg naar de jeugdherberg vinden, en we rijden maar één keer fout (maar toch in de goede richting), behalve in de laatste 500 meter tot het hostel geraken we helemaal vast in de wirwar van zijstraten.
De omgeving rond het hostel is gelukkig wel heel rustig. We kunnen de auto hier een aantal dagen parkeren en de stad per openbaar vervoer verkennen. Veel dagen hebben we hier niet gepland en dat is mischien wel jammer want er is heel wat aan cultuur te zien hier. Er is een blijvende rivaliteit tussen Sydney en Melbourne en we kiezen toch de kant van Melbourne. De stad is minder druk en verstikkend dan Sydney en lijkt zelfs Europeser. Wij houden er alvast van.
Donderdag hebben we heel wat tijd gespendeerd in de Fitzroy wijk, niet toeristisch maar met allerlei kleine cafeetjes, gallerijtjes, vintage en lokale designers winkeltjes. 's Avonds trokken we dan naar Federation Square, waar altijd vanalles te doen is en daar konden we in open lucht op groot scherm van een Bollywood movie (Bollywood = indische hollywood, typsiche films met veel dansen en zingen) genieten, helaas niet tot het einde want 't was al na bedtijd voor Kai. Gisteren bezochten we dan de botanische tuinen, de Queen Victoria market en wandelden wat door verschillende wijken. Deze morgen gingen we nog op zoek naar een didgeridoo voor bart (een echte en geen 'made in China'), bezochten de toeristische St Kilda wijk (niets voor ons) en daarna zat ons bezoek aan MElbourne er al weer op.
Intussen zijn we dan begonnen aan de 'Great ocean road' een paar honderd kilometer bochtige wegen die vlak langs de oceaan lopen met prachtige door de golven uit gesleten rotsformaties en vele surfstranden. Daarna trekken we terug het binnenland in, richting Adelaïde want de eindmeet is in zicht, onze dagen in Oz zijn geteld :(

Wednesday, March 10, 2010

Koala's


Nog maar eens over het weer, dat bizar is voor de tijd van het jaar. De laatste dagen zijn hier een paar fikse onweders gepasseerd met in Melbourne hagelstenen zo groot als duiveneiën. In het hostel in Lakes Entrance (nog steeds in Victoria's meren district, langs de kust) zitten een paar vissers (getatoëerde ruwe bolsters met blanke pit) die hier langere tijd verblijven, en die zijn de laatste paar nachten niet kunnen uit varen wegens het weer. Ook vannacht varen ze niet. En ze zijn veel betrouwbaarder dan de gemiddelde weerman: ze kijken naar een wolk en weten meteen of er brokken van komen of niet. Er was trouwens voor deze namiddag ook een zwaar onweer met hagel voorspeld maar die is uit gebleven, al hebben we uit voorzorg de auto onder een afdak geparkeerd. Het werd in tegendeel een hete vochtige dag. We wilden een bootje huren om via de meren naar de verschillende eilandjes en de overgang naar de oceaan te varen, maar de verhuurder raadde af om zo ver te gaan, wegens de voorspelde storm. We zijn ook niet in de national parks geraakt. Vanuit 1 van de meren/baaien kun je als voetganger gratis met de ferrie oversteken naar Raymonds island en daar zaten volgens de reisgids een hoop koalas in het wild. Wij sceptisch natuurlijk want in het Koala Sanctuary park in Sydney beweerden ze dat je bijna geens kans hebt om ze in het wild te zien. En inderdaad, we zagen ze niet onmiddellijk maar na een beetje wandelen door de wijken met bomen en vakantiehuisjes, ontdekten we de eerste koala, soezend in zijn eucalyptus boom...fotomoment natuurlijk. Terwijl we in een andere boom nog een koala vinden komt een oudere heer met een hondje langs. Hij spreekt ons aan (Kai trekt veel mensen aan) en vermits de koala nogal inactief is toont hij hoe je de arme beestjes tot actie dwingt door eens met een tak tegen de stam te slaan. Bovendien stuurt hij ook nog eens zijn schoothond de boom in. Op dat moment nog verbazingwekkender dan de koala, ik heb nog nooit een hond gezien die in een boom klimt. Ik hoor aan zijn accent dat hij Nederlander is en inderdaad: hij, John Kuipers, is 35 jaar geleden uit friesland geëmmigreerd. Op één of andere manier komt het gesprek al snel op het slechte brood (toastbrood) hier en prompt worden we mee getroond om het betere brood te proeven in zijn huisje. Hij heeft hier op het eiland namelijk een optrekje gebouwd, voor hem alleen, vrouw mag enkel eens op bezoek komen. Hij vertelt languit over zijn leven (schipper, botenbouwer etc), zijn familie (we krijgen bijna heel de financiële historie van zoon, dochter neven en nichten te horen) enzv. Wel heel plezant en weeral eens een teken van hoe vriendelijk de mensen hier zijn. Je wandelt gewoon rond en je kunt zo een gesprekje aanknopen met iemand die aan zijn tuinhekje staat of aan zijn boot aan het prutsen is.
Nadien wandelen we verder op zoek naar nog koalas en we spotten de ene na de andere, elke koala alleen in een boom. Eentje heeft zelfs amper schrik en zit ons een meter boven mijn hoofd nieuwschierig te observeren. Hij laat zich dan ook gewillig filmen. Zoveel mooier in het wild dan in zo'n dierenpark.
Op die manier gaat de middag vlot voorbij dus we besluiten om in Lakes entrance te slapen ipv al richting Melbourne te rijden. We pikken bijna een aziatisch lifter op. Als ik vraag waar hij heen wil, antwoordt hij apetrots in gebrekkig engels: Sydney! De arme ziel weet amper waar hij ergens is en beseft blijkbaar niet dat Sydney nog meer dan 600 km (of meer dan een dagreis) verder ligt. Lachend leg ik uit dat we maar 10 km verder gaan en hij besluit vriendelijk om toch niet mee te rijden.
In het hostel ontmoeten we weer een hoop buitenlanders en de vissers. Eentje, een verdwaalde Texaan trakteert zelfs op een hoop vers, zelf gevangen tiger prawns (iets gelijk scampis)...lekker!!
UPDATE:
Gisteren bleek alweer een veel betere dag dan verwacht, wel heel erg winderig. We maakten een lange wandeling door de bush tussen strand en meren en keerden daarna terug over het strand (90 mile beach). Door de wind leek het wel of we gezandstraald werden. Daarna bezochten we nog een Aboriginal Keeping place, opgezet om de huidige generaties over hun voorouders (die bijna volledig uitgeroeid werden) te vertellen. De Aboriginal man gaf ons daarna ook nog een uitleg over didgeredoos en verwees ons door naar een paar goede adresjes in Melbourne.
Het hostel waar we daarna naar toe gingen is een juweeltje. Een klein huisje met drie kamers, dus we zijn maar met een paar mensen en dat maakt het heel gezellig, jammer genoeg zijn ze voor de komende dagen volboekt dus we kunnen niet blijven. Straks gaan we nog wandelen/trekken in één van de mooiste national parks van Victoria en hopen dat het weer een beetje meewerkt want al het beloofde water boven Lakes Entrance dat wij niet kregen hebben ze hier, 200km verder gehad, en meer zou volgen (er worden hier nog steeds straffe verhalen verteld over het slechte weer in Melbourne). Vanavond rijden we dan door naar Melbourne.

Sunday, March 7, 2010

water


Tegen alle verwachtingen en weersvoorspellingen in werd zaterdag toch nog een super dag. En omdat we dit niet hadden verwacht, hadden we ook geen zonnecreme gesmeerd (behalve voor kai) met veel verbrand vel tot gevolg. Toen we in Thredbo aan kwamen (waar we eerst wilden slapen, maar dat volboekt was) liep het vol met mannen met geruite hemden, spannende jeans en cowboy hoeden en laarzen. Ik verstond mij er niet aan. Ik dacht eerst dat dit de lokale klederdracht was om in de bergen te wandelen, maar nadien ontdekten we dat het muziek festival geen wereldmuziek maar country muziek was.
We konden met de stoeltjeslift naar boven en van daar was het nog een 12,5 km heen en terug naar de top van Australiës hoogste berg. De wandeling was gemakkelijk, want lichtjes stijgend en een volledig geplaveid pad. Helaas liepen er ook 100den andere aussies rond. Blijkbaar moet het hier een lang weekend geweest zijn want overal zijn de accomodaties vol geboekt, voornamelijk met dronken luidruchtige aussies. Vanavond (nu dus) hebben we de eer om Elvis Presly's volledige oevre te mogen aan horen, luidkeels meegezongen door jonge en niet zo jonge locals.
En dat na een volledige dag in de auto gezeten te hebben in echt hondeweer. De rit was wel mooi, ondanks de ondergelopen wegen. HEel veel bochtige kronkelende wegen waar vele australiërs geen weg mee weten. Gelukkig hebben we een groot stuk kunnen afsnijden door een weg te nemen die gedeeltelijk in gravel was.
UIteindelijk zijn we hier in het meren district van Victoria aangekomen. Morgen gaan we terug water en bos en zee en beestjes zien, hopelijk met een beetje zon.
Daarna gaat het richting melbourne gaan

Friday, March 5, 2010

Snowy mountains



Ik had bij vorige post beter eerder geklaagd over het weer. Amper 30 minuten na de post klaarde het weer volledig op. We besloten te stoppen in Narooma, ergens halverwege de 'Saphire Coast'. We hebben ons intussen lid gemaakt van YHA zoadat we in hun jeugdherbergen korting krijgen. Het YHA in Narooma was niet super, gelegen naast de snelweg waar alle roadtrucks 's nacht over razen en de kamers waren motel stijl, jaren 70. Maar we kregen in de plaats wel een schitterende strand dag. In de namiddag reden we dan een paar uur verder naar een ander strand stadje, Merimbula waar eht YHA wel in orde was, vriendelijke eigenaars. Helaas duurde het strandweer niet zo lang. Gisteren was eht alweer bewolkt en erg winderig waardoor op het strand zitten erg onaangenaam was. We hebben dan maar wandelingen gemaakt en 1 van de national parks bezocht.
Vandaag zijn we dan door gereden naar de Snowy mountains, Australië's hoogste bergketen (met als topper Mt Kozuisco, iets boven de 2000M). Vanmorgen kregen we wel te horen dat het YHA daar toch geen plaats had (we hadden donderdag al contact gezocht) omdat er een muziek festival aan de gang is dit weekend. BAd timing! Nu ja, uiteindelijk hebben we wel accomodatie gevonden in een stadje 3O minuten van het dorpje waar we wilden verblijven. 't Regent hier wel weer heel erg maar we gaan morgen toch een poging wagen om de berg te beklimmen (nu ja, te bewandelen) want het weer gaat hier in de eerste dagen niet verbeteren.

Tuesday, March 2, 2010

not so blue skies, part2

Het weer begint een beetje op ons systeem te werken. DDan zit je in het land van zon en zee en dan regent het of is het zwaar bewolkt. En volgens alle weersvoorspellingen blijft het nog zeker een week zo...we blijven dus wit, een mooi bruin kleurtje zit er voorlopig niet in.
Gisteren namen we jammer genoeg afscheid van ons hostel in katoomba en van de leuke mensen daar. Een treurige dag met echt belgenweer. Enigste lichtpuntje: we reden terug naar Sydney om Richard te bezoeken. We hebben samen gelunched en hij heeft ons wat leuke plekjes in zijn buurt laten zien. Tegen 17 h lieten we dan Sydney uiteindelijk achter ons om de kust naar het zuiden af te rijden, op zoek naar een beetje zon en warmte. Rijden is hier echter niet van het plezantste. Grote snelwegen kennen ze niet echt en de gewone highway heeft ontzettend veel snelheidsbeperkingen. We komen eindelijk vooruit aan een tempo van ongeveer 65km/h, niet zo veel om zo'n groot land te bezoeken. We hopen nu een mooi plaatsje aan het strand te vinden om toch wat zonnestralen te vinden

Sunday, February 28, 2010

not so blue sky in the blue mountains



Intussen zijn we alweer een paar dagen verder, tijd vliegt...
We hebben een hele hoop leuke mensen ontmoet in het hostel en daar hebben we de laatste dagen al heel veel tijd mee gespendeerd. Donderdagavond ontmoetten we Richard, een leraar engels/freelance schrijver uit Sydney. Vrijdag, na veel te lang aan de ontbijt tafel te hebben gehangen (lijkt wel een trend, veel te veel te babbelen, veel te gezellig) besloten wij (wij 3, richard en Sven, de duitse thesis student) om samen een bushwalk te gaan doen. Wandelingen starten hier bovenaan de kliffen en vandaar kun je diep de vallei in. De meeste toeristen lopen slechts tot een bepaald uitkijkpunt, meestal bovenaan de klif, of gaan een niveau lager. Wij zijn volledig tot aan de voet van een waterval af gedaald, via een aantal ijzeren laddertjes enzo, waar er geen toeristen meer kwamen. Vervolgens een fikse wandeling door het regenwoud en natuurlijk sterven op de zware klim naar boven. Het weer was niet super, maar toch warm genoeg om goed te zweten. Als beloning trakteerden we onszelf daarna op een lekker stuk taart en besloten we met zijn allen ook te koken. Vooral Sven de student was erg blij daarmee, want voor zijn eigen alleen doet hij meestal de moeite niet. Helaas vertrokken beide heren zaterdagochtend al terug naar Sydney. Wij moesten ook naar Sydney af zakken voor de BBQ en besloten niet via de directe weg te gaan maar een slingerweg door de blue mountains te nemen, met mooie panorama zichten. Onderweg stopten we ook nog aan een oud treinstation waar nog een stoomtreintje reed (voor Bart) en aan botanische tuinen.
Tegen 18.00 vonden we dan het huis van Mark en Martine (weer leve de 1000 pg dikke stratenatlas van Sydney) waar we een super hartelijke ontvangst kregen en ingeleid werden in de wondere wereld van australiana, giftige spinnen, papegaai achtige vogels (diegene die bij ons klagen over een kraaiende haan, of kirrende duiven zijn nog nooit wakker gemaakt door een schreeuwconcert van papegaaien), aussie lifestyle BBQ, en australisch bier. Nog eens bedankt, Martine, Mark en Ruben en we kijken al uit naar jullie komst in augustus!
Helaas was de 'thuiskomst' iets minder, er was een grote massa nieuwe mensen toe gekomen en die namen het niet zo nauw met properheid in de keuken en met nachtlawaai. In de kamer naast ons zat een ouder koppel dat niet vond dat ze stil moesten zijn. Gans de nacht lawaai, gesmijt met deuren, gesmijt met bestek etc (en hete ging niet om een echtelijke ruzie). Gelukkig zijn ze al weer weg. Ik ben erg onbeleefd geweest tegen hen. Ik was nogal kwaad toen ik er veel te vroeg uit moest (Kai kon ook niet slapen) en toen ik de man in de gang tegenkwam kreeg hij van mij meteen te horen dat ze veel te luidruchtig waren.
Dit keer geen uitgebreid ontbijt want vandaag hebben we, samen met de hollandse meiden, de Jenolan Caves bezocht, een heel uitgebreid en mooi/spectaculair grottencomplex. Er zijn zoveel grotten dan er ieder half uur wel een tour naar een andere grot vertrekt. Wij kozen voor de 'Orient', (= schitterende schat), een grot waar we anderhalf uur lang het ene moois na het andere moois zagen, zoiets kun je niet op foto vast leggen. Na het bezoek besloten we geen tweede grot te bezoeken want we waren allemaal erg moe (een mens wordt nogal moe van in het donker rond te lopen). We zijn dus vroeg naar het hostel terug gekeerd om op het gemak wat te lezen, schrijven, thee drinken, kai een dutje laten doen...

Morgen laten we de blue mountains achter ons. We rijden nog even terug naar Sydney om Richard te bezoeken en daarna trekken we verder, op naar melbourne. We weten nog niet waar we naar toe gaan, we zien wel waar we geraken.

Thursday, February 25, 2010

blue mountains


Eindelijk zijn we eens een paar dagen op de zelfde plaats. We zijn neergestreken in de Blue mountains, een paar tiental kilometer buiten Sydney. 'T is te zeggen, wat hier voor bergen doorgaat is gelijk de Ardennen voor ons. We zijn hier gisteren aan gekomen. Eerder in de voormiddag bezochten we Koala Sanctuary, volgens de brochure 4 hectare gelegen in parkgebied. In werkelijkheid een verouderd dierenpark tussen 2 grote straten geklemd. Een beetje raar ook om een hoop beestjes die we al in overvloed in het wild tegen gekomen zijn nu in kooitjes te zien zitten. Cynisch ook als we langs de kaketoe kooi lopen land er net een 'vrije' kaketoe op de kooi die een beetje tegen zijn soortgenoten begint te kwetteren. Het vliegt hier dan ook vol kwetterende, krijsende parkieten, kaketoes en dergerlijke. Maar we hebben koalas gezien, en dat was uiteindelijk het doel. Rond 12.00 was er dan een koala 'streel' moment. Eén van de beestjes werd van zijn tak geplukt, omgekocht met een paar takjes eucalyptus bladeren en bleef braaf verder zitten slapen op de rand van de koala leefruimte. En terwijl mochten we allemaal in een rij gaan staan en 1 voor 1 de koala strelen en een foto nemen etc. Wij bleven netjes wachten tot het grote volk weg was en dan was het Kai zijn beurt. Ons klein mannetje had helemaal geen schrik en begon de koala direct te bepotelen, en voor het eerst bleek ook dat het beest toch een beetje leefde (vroeg zich waarschijnlijk af wat er aan zijn pels aan het trekken was). Enkele andere toeristen hadden het natuurlijk in de mot en lap, alle cameras boven want 'there is a baby with the koala....so sweet!!!' .
Na Koala Sanctuary gingen we verder op zoek naar een frigobox en het is uiteindelijk een typische bak voor hier geworden: je koopt een grote zak ijsblokken langs de weg of in supermarkt, kapt die leeg in je box en voila, koeling voor drie dagen. Goedkoop en efficiënt.
Daarna reden we door naar de blue mountains. Het weer was al gans de dag kwakkelachtig en het blijft hier ook zo, alleen een paar graden kouder zodat we hier steeds in pullover moeten rondlopen. In Katoomba, het centrale stadje hier, bleek accomodatie alweer duur en moeilijker te vinden dus we besloten gewoon naar enkele budget hostels (jeugdherbergen) op zoek te gaan. En de eerste was meteen de goede. Eindelijk nog eens zo'n typisch backpacker plaatsje met gemeenschappelijke keuken en gemeenschappelijke eettafel, heel veel zetels en zithoekjes etc. De verhuurster wou ons eerst persé een klein huisje apart in een dorpje verder aanbieden, kwestie van met Kai rustig te zitten en de andere mensen ook storen maar ons ventje is over het algemeen heel flexibel en rustig dus wij zijn tevreden met een kamer in het hostel. Plus leuk om gewoon 's avonds met andere reizigers aan tafel te schuiven en verhalen uit te wisselen. Gisteren avond zat hier bijv een oudere brit die aan het rondreizen is met zijn zoon (18-20 jaar). Die was namelijk geboren toen de brit een kleine wereldreis aan het doen was en de jongen wou graag eens zijn geboorteplaats zien. Verder een koppel uit Texas die een ganse uitleg deden over Obama en de gezondheidszorg in de US, een duitser die in Sydney zijn thesis komt doen, een koppel spanjaarden, een koppel finnen en nog wat andere nationaliteiten.
Voor de rest hebben we in Katoomba nog niet veel gedaan, behalve een wandelingetje. Er zijn hier rotsen en veel ook en onze vingers jeuken om te klimmen, wat moeilijk is zonder ons klimgerief. Dus wij op zoek om materiaal te huren maar dat gaat niet lukken want je kunt hier enkel wat initiatie met een gids doen, duur en voor ons helemaal overbodig.
Maar we hebben een paar jaar terug in Fontainebleau nog met een aussie die hier woont en vroeger hier klimgids was, geklommen. Volgens een paar andere locals hangt hij hier nog ergens rond dus sebiet gaan we hem eens een mailtje sturen en wie weet lukt het ons toch nog om een klimmeke te versieren. En zijn zus heeft hier in de buurt ook een klimzaal. Het zou in ieder geval leuk zijn om hem nog eens terug te zien.
Verder zijn we zaterdagavond ook nog uitgenodigd bij Mark en Martine, de schoonzoon en dochter van onze buren in Brugge die vele jaren terug naar hier zijn verhuisd. Zij hebben ons gevraagd voor een echte Aussi BBQ....joepie!!

Wednesday, February 24, 2010

exit Taz, enter Sydney


Onze trip door Tassie zit er op. En blijkbaar hebben we heel veel geluk met het weer gehad. Normaal gezien is het weer hier veel wisselvalliger maar wij hebben langer dan een week prachtig zomerweer gehad. Gisterenavond is het dan echt beginnen regenen en waaien. Op de kampplaats hebben we ' s avonds nog een Amerikaans koppel dat in Sydney woont ontmoet. Zij waren ook op reis met hun dochterje die 1 week ouder is dan Kai. Natuurlijk wisselden we ervaringen en weetjes over de kindjes uit. Deze morgen moesten we trouwens ook op hetzelfde uur op de luchthaven zijn dus hadden de 2 pagadders uitgebreid de tijd om elkaar te 'ontdekken'. Nu ja, na wat lachjes over en 't weer was het eerste wat ze deden elkaars tut af pakken. 't is eens iets anders dan de vredespijp roken.
We hebben in een recordtijd een paar duizend kilometers getourd en hebben daardoor maar een momentopname van de mooiste plekjes van Tasmanië gezien. We hadden het liever anders gezien, 11 dagen is absoluut niet genoeg om dit mooie eiland te zien.
GElukkig wel de Tasmaanse Duivel gezien, maar de platypus (het vogelbekdier) blijft voorlopig nog een mysterie, zelfs in het wildlife park in Sydney zat hij verstopt in zijn terrarium (voor de mensen met goede ogen: zie verhaaltje op de foto).

Het inleveren van de camper ging erg vlot. Ze keken amper na of er iets kapot was, of niet proper ofzo. Toen we ze de schade aan het dak toonden dachten ze eerst dat het niet eens van ons was (ofwel was dat een test). Blijkbaar hebben ze dit constant voor en toen ze merkten dat we de all-in verzekering hebben waren ze zelfs vrij laks, we komen er vanaf met een schadevergoeding van 45 euro, oef!!! Intussen hebben we ook nagevraagd of je met een baby echt zo'n monster mobilhome moet nemen ipv een kleiner camionetje. Blijkbaar mag zo'n camionetje toch (hadden we dat geweten) dus we hopen in Sydney alsnog een klein busje te pakken te krijgen ipv onze auto. Duimen maar...

UPDATE: intussen zijn we een (horrible) dag later. Wij hebben dus geen klein campertje te pakken gekregen. We werden er zelfs mee uitgelachen. De verhuurder wou ons precies zo snel mogelijk weg, weer de zoveelste toerist dus. Onze auto zelf is een redelijk sjiek ding (Toyota Camry = Toyota Avensis), helaas wel een automatic wat rare gevolgen kan hebben als je je linkse voet durft gebruiken om te remmen. Voor ons bijna een reflex omdat we gewoon zijn met links de koppelingspedaal in te duwen die er bij een automatic niet is dus duw je gemakkelijk op de rem. En dan staat de auto direct stil. Niet leuk bijv op de autostrade ofzo.
We kregen vage aanwijzingen over het tolsysteem hier dat enkel met een electronisch pasje is dus na veel zoeken konden we onze auto online registreren. Overtreding kost namelijk heel veel dollars. Verder kregen we wat vage aanwijzingen om naar een shoppingcenter in de buurt van het verhuurbedrijf te rijden. We zijn namelijk op zoek naar een klein frigoboxje om in de auto aan te sluiten om toch wat dingen koel te houden.
Nodeloos te zeggen dat we het niet vonden. Na wat rondrijden uiteindelijk de MC donalds binnen gestapt voor gratis WiFi, en dan de weg door deze grootstad gezocht via google en google maps. De kampeerwinkel kon ons niet helpen (in dit filiaal) maar we kregen wel een telefoonboek van stadsgids mee waar we nu mee door de stad navigeren.
Later vonden we dan toch nog een shoppingcenter. Tegen Zessen reden we dan richting koala sanctuary park waar koalas opgevangen en gekweekt worden. We wilden in de buurt een hotel vinden. Tegen 10 uur 's avonds waren we nog steeds op zoek. Groot Sydney zit stampvol kregen we uiteindelijk te horen. Er is 1 of ander festival aan de gang. Een vriendelijke receptioniste wilde ons uiteindelijk helpen, vooral toen ze hoorde dat we een verdrietige baby bij hadden. Zij kon via haar online hotel systeem vrije kamers opsnorren: de keuze: kamers tussen 500 en 900 dollar of 1 à 2 uur van sydney vandaan rijden. Oeps....
Gelukkig konden we dan toch nog in haar hotel terecht, er ging een gast pas smorgens in checken en wij konden zijn kamer krijgen. Nog steeds duur binnen ons budget, maar ja, 't was een slaap plaats, en een schoon sjieke :)
Nu hebben we net een lekker ontbijt achter de kiezen, mogen genieten van gratis Wifi en zitten even op ons gemak.
Kai is op zijn paasbest gekleed want sebiet gaan we koalas spotten en aaien etc...joepie!!!

Monday, February 22, 2010

cruisen in Taz



Intussen zijn we heel wat dagen verder, en aan het einde van onze Taz-trip.
Op de campsite van Craddle mountain NP was er internet, maar heel traag dus konden we niet echt een verslag uploaden. In het NP besloten we eens te meer niet de typische dagjesmensen wandeltocht rond het meer te doen (bijna alle NP hebben hier iets met een meer te doen) maar om een 'bergje' te beklimmen om van daaruit beter uitzicht te hebben. Wisten wij veel dat die bergtop zowat eht begin is van de fameuze overland track, een meerdaagse trektocht die in onze eigen ogen vrij gemakkelijk is, te zien aan de mensen van allerlei slag en conditie die in karavaan aan de track begonnen. Desalnietemin begon het bij ons te kriebelen en was 't niet wegens tijdsgebrek, we hadden de rugzak met tent en slaapzak op de rug gesmeten en we waren weg...
Na Craddle mountain NP wilden we in 1 trek door rijden naar de andere kant van het NP, waar je zowat half het eiland moet voor af rijden. Maar halverwege besloten we om af te draaien naar de westkust van Tasmanië omdat we toch nog een dag over hadden. Volgens de reisgids moesten we in het stadje Strahan zeker de cruise naar de ingang van de haven plus de rivier op in het regenwoud doen. Dus, naar stadje gereden, cruise geboekt, geen zin om op de camping neus aan neus met al de andere toeristen te staan dus op zoek naar een plaatsje om wild te staan. UIteindelijk eindigden we op de parking van Ocean Beach, naast een aantal andere campers. Weer een prachtig strand plus west gelegen dus dat beloofde een mooie zonsondergang te worden. Tegen zonsondergang was de parking al vol gestroomd met mensen die naar de zonsondergang kwamen kijken. Ik had intussen een pasta schotel gekookt en tot groot jolijt van andere toeristen installeerden wij ons aan de picnic tafel, met een fles tasmaanse wijn en uitzicht op de ondergaande zon. Prachtig, daar werden we even stil van, tussen ons zitplaatsje en tienduizende kilometers verder, Argentinië, niets dan oceaan...'t werd nog een gezellige avond, met de andere campertoeristen die daar ook bleven overnachten. Reiservaring en levensvisies uitwisselen bij een glas wijn, even hadden we soulmates gevonden.
De volgende dag gingen we cruisen. We hadden de luxueze versie genomen om plaatsjes met een uitzicht te hebben. Dus de komende 5 uren hebben we ons bezat aan champagne en ons kas volgestoken met eten. Ja, je moet waar voor je geld kiezen hé. De cruise bracht ons eerst naar 'Hells gate': de heel smalle ingang van de haven ('t stadje ligt in een beschermde baai waar de rivier Gordon ook uitmondt). Onze cruiser van ci. 8m had maar een paar meter langs beide zijden overschot. Daarna konden we een viskwekerij bezien waar oceaan forel wordt gekweekt. We kregen zelf een kleurenstaal kaart te zien: restaurants en kopers moeten maar laten weten welk kleurtje van zalmroze de vis moet zijn. De kapitein wist tijdens het varen ook heel wat verhalen te vertellen. Daarna ging het de Gordon rivier op, het regenwoud binnen. Wij zaten op de eerste boot dus het water was nog niet verstoord en spiegelglad, weer schone fotos dus. We mochten een wandeling in het regenwoud doen, maar veel meer dan de occasionele walibi en vlieg zagen we niet, nogal logisch als je op stap bent met > 100 gepensioneerde aussies. De grootste attractie was Kai denken we want elke bomma kwam wel eens langs voor een babbeltje en een 'he is so cute!!!' en een foto. Helaas weet ons manneke dat maar al te goed. Hij moet nog maar iemand zien en hij poseert al en tovert zijn schoonste lach boven. En als ze dan nog niet kijken dan wroet en roept hij tot ze aandacht geven.
Na het regenwoud werden we nog gedropt op Sarahs island. Tasmanië was namelijk net als zoveel kolonies een eiland waar gevangen gedropt worden. En de levensomstandigheden waren hier zo hard dat gevangenen vaak een moord pleegden om geëxicutioneerd te worden. We kregen de ganse uitleg met veel animo van een overenthousiaste chileense toneelspeler.
Na de cruise trokken we door naar Craddle NP, de andere kant dan de vorige keer. Helaas was het weer aan het keren en tegen de volgende ochtend had het al geregend en het zag er niet super uit. We besloten om dus geen langere tocht te doen, maar een paar korte wandelingen. Na Craddle mountain NP moesten we weer heel veel kilometers rijden naar het volgende NP: Mount Field, één van Tasmaniës drukst bezochten NP. Omdat we nog vrij vroeg in de namiddag waren besloten we verder de vallei binnen te rijden, naar Gordon Dam, Tasmaniës grootste dam. We waren daar zowat alleen op de wereld maar helaas kregen we daar nogal een stortbui over ons. Na ons avondeten besloten we om toch nog de bochtige rit naar beneden te riskeren om al aan Mount Field NP te kunnen kamperen. Strikt gezien mogen we snachts niet rijden, te gevaarlijk voor schade aan de camper. En voor de inheemse fauna. Het aantal plat gereden beestjes hier is gigantisch. Elke 100 meten zie je wel een karkas. We zien bijna meer dode beesten dan levende. Dus wij met ogen goed open naar beneden, zo lang mogelijk zonder lichten, om de beestjes niet te verblinden. Hoe donkerder, hoe weer beestjes op de weg kwamen. Gelukkig sprongen ze allemaal braaf de juiste kant op, de berm in. Tegen dat we aan het NP kwamen was het pikkedonker en moesten we stapvoets rijden want de weg zat gewoon vol springers. Op de parking van het NP hielden ze precies een theekransje. Voor Bart natuurlijk weer de ideale gelegenheid om de pillamp en het fototoestel boven te halen. De beestjes keken even nieuwschierig naar ons als wij naar hen. Midden in de nacht wilde één van hen zelfs even op bezoek in de camper. Via de deur lukte het niet dus probeerde hij het dan maar via het luikje in het dak. Hij is gelukkig niet binnen geraakt.
Deze morgen wilden we naar hoog in het park, maar met onze camper mogen we niet op grindwegen plus de weg zou nogal smal zijn en de bomen te laag. Wij hebben dan maar geprobeerd er al liftend te geraken maar dat duurde een tijdje want de meeste toeristen zijn enkel geïnteresseerd in de omgeving rond het visitor centre. Gelukkig kregen we na een tijdje een lift. Boven was eht een pak kouder en het weer zag er weer dreigend uit. Na een fikse wandeling vreesden we al geen lift naar beneden te krijgen omdat er maar een paar autos op de parking stonden maar gelukkig vertrok er juist een auto naar beneden. Na nog een stop aan enkele watervallen zat onze NP belevenis er op.
Nu staan we op een camping niet ver van de luchthaven om alle was en plas te doen, de camper op te kuisen etc. Morgenochtend vliegen we al terug naar Sydney. Hopelijk geraakt onze camper goed door de inspectie en zal de schade aan het dak niet teveel kosten. Verder gaan we onze camper properder achter laten dan we ze gekregen hebben.

Zon zee en strand



In 2007 na onze fiets toer door zuid oost Azië reageerde ik op deze blog teleurgesteld omdat de witte stranden uit de vakantie folders waar ik zo naar uit gekeken had, eerder bruinig waren. Wel, we hebben ze gevonden, die immense witte stranden met zand dat nog fijner lijkt dan het noordzee strand. Na onze online sessie in de lokale bibliotheek gisteren trokken we naar de 'Bay of fires'. Tientallen kilometers witte stranden met clusters rood getinten rotsblokken. En nu weet ik waar de kleur appelblauwzeegroen vandaan komt want dit is de kleur van de zee hier. En al dat moois heb je praktisch voor jezelf, af en toe kom je een verdwaalde toerist tegen, meer niet. We hebben enkele uren op 't strand gezeten. Bart heeft met ons picknic deken uit de Decathlon een geïmproviseerd strandhutje gebouwd zodat Kai in de schaduw kon zitten en voor de rest kun je hier uren naar het spel van de golven zitten kijken.
Nadien zijn we het binnenland ingetrokken. Eindbestemming was origineel Launceston, Tasmaniës 2de grootste stad (70000 inwoners), maar veel zin in stadsbezoeken hadden we niet. Na een korte wandeling door de stads grootste recreatiedomein, een grote kloof met een rivierloop met vijvers, rotsen, een openbaar zwembad en warempel een stoeltjeslift van 200 meter besloten we om toch verder te trekken. Op die manier hebben we een dag gewonnen om wat meer van de national parks te bezoeken. Het is al tegen 22h wanneer we een staanplaats voor campervans vinden en bij het parkeren vergeet Bart even dat ons vehikel 3,5 meter hoog is. Resultaat: een schone schaafplek plus barst in het dak. Nu betalen we hier wel elke dag een schoon bedrag aan verzekering om alle risico af te kopen en dat dekt zowat alles behalve schade aan de onderkant en jawel aan het dak. Wij vrezen alweer voor onze portemonnee.
Vandaag is onze eerste bestemming Mole Creek National Park waar we zo dadelijk een grottenstelsel gaan bezoeken. Straks rijden we ook nog door naar Craddle valley National Park, 1 van de bekendste en mooiste national parks hier.
UPDATE:
Intussen zijn we aan Craddle NP toegekomen. We hebben nog net een plaatsje op de campsite kunnen bemachtigen, niet goedkoop, en niet simpel met zo'n gevaarte als dat van ons. We konden daarnet even op het internet, maar niet met onze eigen computer en we mochten ook geen USB stick op de gemeenschappelijke computer gebruiken. Bovendien hadden we een erg trage verbinding dus hebben we niet geblogd, enkel wat emails en commentaar gelezen.
We blijven ons een beetje verbazen over Australië (allé het stuk dat we al gezien hebben). Alle bezienswaardigheden zijn per auto te bereiken of met shuttlebus (zelfs al moet je maar 10 min wandelen) en de wandelingen ter plaatse zijn vaak maar 15 minuutjes (bijv naar een uitzichtspunt). De paden zijn ook vaak mooi geprepareerd met leuningen en houten loop planken. Daar kan ik nog wel inomen omdat ze hier heel veel last hebben op bepaalde plaatsen van een 'root rot' (wortel rot) plaag en de plaag wordt overgebracht door geïnfecteerd organisch materiaal die aan je schoenen, banden of kledij blijft hangen.
Maar zo krijgen we wel een beetje 'toerbus' gevoel: je rijdt van 't ene naar 't andere, bezoekt iets, doet een wandelingetje en hup auto weer in. Langs de andere kant vind je hier wel overal informatie centra en elke parking, stop plaats, picnic plaats of uitzichtspunt is hier wel uitgerust met propere toiletten, soms een douche en vooral een gas of electrische BBQ. Ook onze camping nu is uitgerust met tientallen BBQs binnen en buiten. Heel simpel: een metalen plaat wordt het door gasvlam of door elektriek, je doet wat vetstof op, braadt je groenten, vis en vlees, kuist de boel op met wat papier en klaar voor de volgende...erg leuk.
Ook grappig is dat je overal kangeroe achtige beesten ziet. Ze hebben ze hier in alle maten en opeens kan er zo'n beest naast je zitten en je wat dom zitten aan staren. En wie kijkt dan naar wie?

Wednesday, February 17, 2010



We zijn intussen weer een paar dagen verder. En net zoals altijd op vakantie vergeten we welke dag het is en gaan de dagen traag maar ook snel voorbij. De laatste paar dagen hebben we mogen genieten van uitzonderlijk warm en mooi nazomer weer. Met de bijhorende verbrande penzen uiteraard. Na onze trip naar het zuiden van Tasmanië bezochten we het 'Tasman peninsula' met een voormalige strafkolonie die we van ver eens gezien hebben en met een hoop kliffen waar de oceaan zich op te pletter smijt. Daardoor ontstaan blowholes (waar zachtere rots tussen de hardere lagen door het zeewater weg gesleten wordt ontstaan allerlei gaten waardoor de oceaan omhoog spuit). We bezochten er ook een soort dierenpark waar de zo befaamde "tasmaanse duivel' beschermd en gekweekt wordt. Er zijn niet zoveel meer van die beestjes over, zeker niet nu al meer dan 60% van de populatie gedood is door een vorm van kanker. Leuk om die beestjes toch nog gezien te hebben. Daarna reden we door naar Freycinet National Park waar zich 1 van de mooiste stranden/baai ter wereld zou bevinden. We bleven een 2 tal dagen in het park. De eerste dag (namiddag) deden we een paar kleine wandelingen en spenderen voor de rest wat uurtjes op 't strand. De zee was voor ons wel een beetje te koud om echt in te zwemmen. Vandaag dan wilden we dat befaamde strand (wineglas bay) bezoeken. Nu komen er horden toeristen op dit fenomeen af. De meesten doen een korte wandeling naar een uitzichtspunt voor de obligatoire fotos en zijn dan terug weg. Een paar lopen dan een uurtje verder tot op het strand zelf. Wij hadden geen zin in massa toerisme dus besloten we naar een bergtop te wandelen vanwaar je ongelooflijk zicht op de baai zou hebben. Volgens het informatie centrum ging het om een zware wandeling met klimmen en zeker niet aan te raden wanneer het nat zou liggen. Maar omdat alle wandelingen hier zo massatoeristisch aangelegd zijn geloofden we er niet teveel van. En toch was ze moeilijk genoeg. Inderdaad heel veel klauterwerk maar we hebben al veel zwaardere/moeilijkere dingen gedaan, alleen niet met een baby op de rug natuurlijk. Boven was het zicht inderdaad fenomenaal. Er zaten al een paar andere vroege vogels (een australische oudere dame, een schot die de wereld rond reist en een ouder tasmaans koppel) op de top. Groot was hun verbazing toen we Kai opeens uit de draagdoek toverden (niemand had hem zien zitten, helemaal beschut in de draagdoek). Hij zal 1 van de weinig babies zijn die ooit op de top van Mount Amos geweest is. We besluiten om samen met de anderen naar beneden te klimmen (safety in numbers). Terug beneden besluiten we met de dame en de schot op het strand te gaan picnicken en zwemmen. 't wordt weer een leuke bedoening. Ik leer intussen ook dat die blauwe blaasjes waar ik gisteren op één van de rotsstrandjes in zitten koteren heb (ik dacht dat het zeewier was) één van de gevaarlijkste kwallen ter wereld is (portugees oorlogschip). Als je die op 't strand ziet liggen spring je best niet in 't water. Gelukkig waren het allemaal kleintjes...
Na het strandonderonsje nemen we de schot mee en rijden nog meer noordwaards langs de kust (met de nodige fotogenieke strand en oceaan zichten) om uiteindelijk St Helens te bereiken. Hier eindigt de geasfalteerde baan naar het noorden (verder langs de kust) en begint een 29 km lang strand : bay of fires, alweer 1 van de mooiste ter wereld. Morgen gaan we even een strandwandeling doen vooraleer we het binnenland in trekken om alweer een gans andere fauna en flora te ontdekken: op naar de alpiene hooglanden met regenwoud en meren! We merken nu ook steeds meer en meer dat 11 dagen veel te weinig is om Tasmanië te bezoeken. Een maand zou veel betern zijn!

Sunday, February 14, 2010

Tussen de bomen.


We hebben een McDonalds gevonden. Dat is zowat de enigste plaats waar ze free wifi of zelfs wifi hebben. Dus wij met camper en al de parking op gereden en nu even mee surfen op hun netwerk.
Gisteren hebben we de camper op gepikt. Wij wilden origineel graag een uitgebouwd busje maar daar mag geen kinderzitje in gezet worden. Dus moesten we wel een grote mobilhome nemen. En omdat ze bij het verhuurbedrijf geen 3-4 persoons campers meer hadden kregen we meteen een 6 persoons onding mee. Leuk voor de ruimte natuurlijk maar veel te groot om mee rond te rijden. (Nu weten we weer waarom we nooit een mobilhome gewild hebben en nog steeds niet willen). Alles rammelt langs alle kanten wanneer we hier rond rijden. En Bart moet nog leren dat je daar niet mee kunt rond rijden gelijk met een gewone auto.
Tegen de late namiddag konden we dan eindelijk op weg. Via de kustlijn en vele heel mooie baaien en inhammen rijden we het zuiden van Tasmanië binnen. We besluiten naar Tahune forest te gaan, diep het regenwoud in. Tegen dat we aankomen is alles al dicht maar je mag je camper op de parking laten staan en daar vrij kamperen. Na wat gereorganiseer is ons huis op wielen in orde, kunnen we koken (eindelijk terug groenten op 't menu) en slapen. En Kai heeft hier gigantisch goed geslapen, we hebben hem meer dan 9 uren niet gehoord.
Deze morgen hebben we dan het bos bezocht. Ze hebben hier hoog tussen de bomen een stalen loopbrug gespannen zodat je tussen de hoogste toppen kunt wandelen. En weeral worden we geconfronteerd met de extreem vriendelijke australiërs, een park wachter ziet ons aan een reuzeboom staan (een grote eucalyptus) en begint spontaan een ganse uitleg te doen. Er lopen ook gidsen rond die gratis vanallerlei uitleg geven, heel interessant allemaal. Het regenwoud is indrukwekkend, de temperatuur valt heel erg mee maar toch moeten we weer verder. We willen vandaag nog op het tasmaanse schiereiland geraken, en das nog heel wat kilometers terug naar het oosten op schuiven. Vanavond proberen we fotos op de PC te zetten zodat we eens wat fotos op de blog kunnen zetten

Hobart

De wereld staat (een beetje) op z'n kop. Een paar dagen geleden kwamen we toe in heet Sydney uit één van de koudste winters in lange tijd. We smolten weg zonder airco bij temperaturen van 30+ met vandaag een piek van 38°C. Anderhalf uur vliegen later landen we dan in Hobart, Tasmanië waar het een gematigde 20° warm is en daar bibberen we bijkans van de koude. Daarnet zijn we een portie fish en chips gaan eten (wat wil je, op een eiland) en we hadden eht redelijk frisjes in onze windstoppers, en dat terwijl het naar belgische normen een milde zomeravond is.
Terwijl de omgeving heel erg mooi is vinden we Hobart zelf niet echt inspirerend, dus we gaan de stad niet echt verkennen. We hebben er trouwens genoeg van gezien op de shuttlebus van de luchthaven naar het hotel. We werden als laatste gedropt en hebben dus een uur door de stad rond gereden. Het doet ons zelf een beetje denken aan Ushuaia in Patagonië, datzelfde desolate, 'eind van de wereld' gevoel.
Morgen mogen we dan onze camper gaan op pikken en dan gaan we 11 dagen rond toeren. Ik weet niet of we op regelmatige basis updates gaan kunnen posten. We zullen de volgende dagen niet zoveel meer in steden komen en vooral van de natuur genieten.

Friday, February 12, 2010

Propere was gestolen in Sydney

Vandaag was/is het echt een beu dag! Voor het eerst in al de jaren die ik al reis (en meestal is dat niet naar 'Westerse' landen) zijn er dingen van ons gestolen! Omdat het onze laatste dag in Sydney is besloten we om een grote was te doen in de wasserij van het gebouw waar ons hotel in zit. Hotels zijn hier heel erg ingesteld op rondreizende toeristen want je vind zelfs een strijkijzer en strijkplank in de kamers. In die wasserij kunnen enkel hotelgasten komen en de andere appartementsbewoners omdat je een badge nodig hebt om de lift en enkele deuren te bedienen. Wij doen dus onze was, en steken alles daarna in de droger. Ik ging met Kai naar de kamer en bart ging in de buurt van de wasserij een boek lezen. Omdat nog niet alle was droog was stak bart een deel terug in de droger. In die 15 minuten ging hij om een broodje in de snackbar naast het hotel. Dat duurde wat langer dan voorzien maar ik kon niet om de was omdat we maar 1 badge hebben en bart had die mee om terug binnen te kunnen. Tegen dat hij terug in de wasserij kwam was onze was verdwenen. Hij dacht eerst dat ik er om gekomen was. Vervolgens dacht hij dat er iemand alles had weg genomen omdat we enkele minuten te laat waren. Dus wij dan maar naar de receptie waar ze ons niet echt geloofden tot de dame van de droger boven de onze merkte dat haar onderbroeken was ook verdwenen was. Nu werd het wachten tot de nachtwaker aan zijn shift begon om eventueel de camerabeelden te bekijken. Ze gingen ons bellen. De receptie van ons hotel intussen kennende zijn wij dan maar zelf naar de security gegaan. Die mens was nogal kwaad, vooral toen we vertelden dat het om het grootste deel van Kai zijn gerief ging (het was zijn eerste werkdag na zijn vaderschapsverlof, dus hij had het extra met ons te doen). Helaas kon hij de camera beelden nog niet bekijken omdat de manager van 't gebouw niet aanwezig is. We wachten nu op telefoon en op de terugkomst van de manager (hopelijk voor 12u morgen middag). Intussen ging hij wel eens de toer van 't gebouw doen en overal kijken om te zien of er geen onnozelaar alles van 't dak gekegeld had (o wee als ik dien te pakken krijg). We hebben hier zelf al gekeken maar er staat zo'n straffe wind dat alles wat van 't 45ste verdiep gesmeten wordt meteen gaat vliegen.
Ik snap ook niet goed wat iemand kan aanvangen met iemand anders was en al helemaal niet met de XXL onderbroeken van de dikke dame (tenzij je van basejumpen houdt ofzo??) Trieste score: kai zijn dure slaapzak (allé een deel er van want de mouwen lagen nog op onze kamer en de binnenslaapzak ligt thuis). En die slaapzak kunnen we niet zo maar vervangen want hier in 't centrum zijn quasi geen baby spullen winkels plus dat soort slaapzakken hebben ze hier niet en in Tasmanië hebben we dat echt nodig wegens de koude nachten ginder. Zijn pijama, zijn badhanddoek, bijna al zijn zomertshirts en zijn shortjes, het eerste bodietje dat ik voor hem kocht toen hij nog in de buik zat (een specialeke), nog een bodieke. Voor de rest 't merendeel van mijn stadskledij (heb nu enkel nog sportkledij en de warme kleren waarmee we door reisden) en Bart zijn short. Gelukkig dat we de draagdoek al voordien uit de droger gehaald hadden want die is geleend plus dat vind je hier gewoon niet.
Ik ben ook helemaal niet te spreken over de reactie van het hotel personeel, of van de reactie die er niet komt/kwam. Ze kunnen tenminste toch eens vragen of ze iets kunnen doen of helpen. Ik ben dan zelf ook maar met een paar bewoners gaan praten (met een zielig kijkende kai op mijn armen) in de hoop dat die ook eens gaan rondneuzen. Maar 't maakt mij vooral erg kwaad dat iemand de dingen van mijn kleine ventje pikken!
En de airco is weer eens kapot. Wilden ze niet toegeven maar we hebben ook bij andere gasten gechecked. Toen ik dit ging melden zeiden ze me dat de airco wel werkt want ze was vandaag net hersteld (ze wordt hier elke dag net hersteld hebben we al gemerkt) en ze hadden gecontroleerd in een deel kamers. Verder impliceerden ze dat ik de thermostaat niet correct bediend had. Dat het een simpele aan/uit knop was wilden ze niet gehoord hebben. Ik ben daar maar boos weg gestapt met een sarcastische 'it works everywhere, except in our room'. Ze gingen mischien iemand sturen. Een paar uur later gaf een andere receptiedame tenminste al toe dat 't kapot was en jawel: it's gonna be fixed tomorrow.
In chinatown hadden de chinezen nog niet veel zin in chinees nieuwjaar want er was weinig activiteit (dus nog geen papieren draken gezien) en de kippeharten, varkensoren, varkensingewanden, eendetongen en dergerlijke op de menu kaart konden ons ook niet echt verleiden.
Verder hebben we vandaag ook nogal geworsteld met het openbaar vervoer. Sydney heeft een heel uitgebreidt netwerk van bussen en 't is dus nogal een gepuzzel om uit te zoeken welke bus naar waar gaat. En de dagkaart die we gekocht hadden bleek niet te werken op de explorer bussen en monorail die we hadden uitgestippeld om op onze bestemming te geraken. Dan maar een stukje met de boot waar we bleven wachten tot we na een half uur door hadden dat we op de verkeerde aanlegsteiger zaten (wat de hitte al niet met een mens doet). De gallerij/shop met aboriginal kunstwerken waar we half Sydney voor doorkruisten (bart wil graag een didgereedoo) bleek aan de heel prijzige kant te zijn en dat kan onze portemonnee niet trekken. Op terugweg wandelden we dan wel weer door een heel leuke buurt met lage huisjes (wat een contrast met de binnenstad met zijn wolkenkrabbers) en allemaal eigenzinnige boetiekjes en winkeltjes met heel veel schoon kleedjes. Ik mocht niets kopen want onze valiezen zitten (zaten) propvol en we zitten ook zowat aan onze gewichtslimiet.
Maar dit is na deze avond natuurlijk ook geen probleem meer.....
Hopelijk kan er morgen nog iets gedaan worden om onze kledij te recuperen, of krijgen we op tijd nieuws zodat we in een rappeke eventueel nog kunnen gaan winkelen voor we de vlieger op moeten. We kijken erg uit naar Tasmanië, want we zijn de vochtige hitte van Sydney wel beu.
Voor de rest hebben we hier veel bekijks als Kai in zijn Sack 'n Seat zit. Das een soort zitzak die over bijna elke soort stoel past waar je je kleintje kunt in vast gespen. Erg handig zodat je niet overal een kinderstoel moet meenemen. Er zijn al heel wat australiërs aan ons tafeltje gestopt om te vragen waar we dat vandaan haalden en ze vinden het allemaal erg handig. We zijn hier dus trends aan 't zetten! Als de Sack 'n seat website opeens een piek kent ligt dit aan ons ;)
Duimen nu maar: op een niet zo zweterige nacht zonder chinese indigeste en op de
kaboutertjes die onze kleren gaan terug brengen.... (na 't basejumpen met de XXL onderbroek en de pijamaparty met kai's slaapgerief)

UPDATE: ik was deze morgen al super vroeg wakker en tegen 6.00h stond ik al in de lobby om de politie te laten komen. Per telefoon hebben ze dan mijn verklaring genoteerd en ze gingen volk sturen van zodra de manager van het gebouw er was. Zij moest dan door alle camerabeelden gaan. Niet simpel omdat we met een deadline zitten. Intussen werden nog dingen als vermist opgegeven: iemand was zijn blauwe emmer kwijt. Eindelijk mocht ik de camerabeelden niet zien (wet op privacy) maar op een bepaald moment toonde de manager me een frame van een meisje met vanalles in haar handen. Of we haar kenden? De persoon in beeld had inderdaad een hoop was en een emmer met een plant in (tot grote verontwaardiging van de manager was het een plant van op het terras). Maar er waren nog geen beelden dat ze effectief die dingen uit de wasruimte gehaald had.
Tegen 9.30 kwam de politie erbij en die gingen samen met de manager naar de beelden kijken. Heel sympathieke mannen. De dikke dame van de onderbroeken kwam ook opdagen maar zij was te beschaamd en wilde zeker geen aangifte doen. Tijdens het uitchecken vertelde een andere gast die net voor ons zijn was had gedaan dat er nadien een meisje naar hem kwam (die aan de beschrijving voldeed) en hem vroeg om voor haar te badgen. Wij terug naar de manager en de politie om dit te vertellen en zij hadden dit intussen ook op de camera gezien en ook dat zij effectief de dader is. Ze waren ook erg opgetogen omdat de beelden zo goed zijn (heel veel beelden van haar gezicht en handelingen) en gaan alles nu tegen hun database gooien want het gaat niet om een gast of bewoner. Onze dingen gaan we voorlopig niet terug zien maar ze houden ons op de hoogte.
Nu moeten we in een klein uurtje tijd dus al die dingen voor Kai terug gaan zoeken...

Wednesday, February 10, 2010



Gisteren was weer een loeihete dag in Sydney. Na ons gratis ontbijt drinken we nog een koffie op een terras met gratis WiFi in een shopping center. Het gebouw is in Victoriaanse stijl met een gigantische kitscherige klok die de slag van Hastings en ieder uur de onthoofding van James1 uit beeldt. Daarna wandelen we richting Darling Harbour om het wildlife centre te bezoeken. Hier spotten we onze eerste koalas, kangaroos, echidnas en de meest dodelijke spin ter wereld= de tunnel web spin. En dat beestje leeft hier in Sydney en omgeving...brrrr.
Eindelijk is ook onze zoektocht naar een hoedje voor Kai succesvol. In het toeristenbureau verkopen ze allerlei sydney souvenirs en een babyhoedje. Intussen wordt Kai hier als een 'very cool baby" gezien: 'look at that baby, it has its own sunglasses and the little hat' achtervolgt ons en we worden overal aan gesproken. De meeste babies liggen hier namelijk verstopt in buggies met zonnewering.
Na de middag verkennen we Sydney per openbaar vervoer. Eerst varen we de delta in per ferrie in de hoop wat afkoeling te vinden op het water. Maar zelfs mensen die de
loopbruggen van de ferrie bedienen klagen over de warmte dus dat zegt wat. Op de ferrie zien we ook een grootmoeder met dochter en kleindochter terug. Ze vielen ons deze morgen al eens op omdat het oudste kindje bij mama op de rug zit in een draagzak. Kai en het meisje zijn gefacineerd door elkaar en zo geraken we aan de praat. Het zijn fransen. De grootmoeder is op bezoek bij haar dochter die hier woont.
Ons eindpunt is het olympische dorp maar dat laat maar weinig indruk na, en door de hitte hebben we geen zin om naar de verschillende sportcomplexen te zoeken. We besluiten dan maar met de trein en bus naar Bondi beach te gaan: the place to be volgens alle folders. En toch zegt het ons weinig. Vol met hippe vogels, en zo cool mogelijke outfit en je hoort erbij. Ons doet het meer aan blankenberge strand denken. Een beetje teleurgesteld trekken we terug richting hotel. Gelukkig werkt de airco eindelijk en vinden we afkoeling. Hopelijk morgen iets frisser.
Vandaag is onze laatste dag in Sydney. Terwijl ik dit schrijf ligt Kai nog lekker te slapen en is bart op stap om ochtend fotos te nemen van eht opera house. Straks zoeken we ons wifi spot terug op, en gaan dan waarschijnlijk nog china town verkennen (morgen is 't chinees niuewjaar dus dat wordt fun!!).

Voor de ladies @ Bayer: Sydney loopt vol Tony Ariolis: das blijkbaar de look voor de
werkende man hier. Werkende dames dragen hier meestal een koker rok met nette blouse. Vergaderen gebeurt vaak in 1 van de vele coffee houses en iedereen loopt hier rond met een iphone of touchscreen gsm. En overal zie je hier joggende mensen, zelfs tijdens de warmste uren. Rare mensen, die Aussies

Tuesday, February 9, 2010

Sydney jetlag



Ik typ deze update ergens rond 5u smorgens want door de jetlag en de hitte is slapen moeilijk. We zijn intussen bijna 2 dagen in Sydney, na meer dan anderhalve dag onderweg.
Zondag ochtend 5 uur na een veel te korte nacht vertrekken we naar Zaventem. De controles worden hier ook steeds strenger alhoewel de controle mensen er zich precies heel ongemakkelijk bij voelen lijkt het ons. Het eerste uurtje vliegen vliegen verloopt vlotjes. We arriveren zelfs te vroeg op Heathrow, maar die 20 min maken we dan weer ruimschoots goed omdat we zo lang moeten wachten op een slot (parkeerplaats voor de vlieger). Onze britse piloot steekt dan maar een bloemlezing af, droog zoals alleen de britten dit kunnen. Na het landen moeten we van terminal veranderen, en daar is een busritje van 15 min voor nodig. Ook hier moeten we weer door de controle, en ze zijn hier niet zo vriendelijk als in Brussel. We moeten hier een 3tal uren wachten tot onze volgende vlucht dus we proberen nog even een dutje te doen. Toch begint het boarden al erg vroeg, en dat is wel nodig om alle passagiers tijdig in dit immens grote vliegtuig te krijgen. Dankzij Kai mogen we als eerste instappen. Onze plaatsen liggen net achter 1 van de keukenblokken. We hebben daardoor heel veel beenruimte en aan de muur voor ons hangt een opklapbare wieg. Het vliegtuig loopt langzaam vol. De plaatsen naast ons blijven leeg en we hopen dat dat zo blijft. Helaas, op 't laatste komt een familie (allemaal in eht roze) met 3 kinderen binnen. Mama met baby (ik schat 16 maand) en kleuter komen naast ons zitten. Erg vriendelijk zijn ze niet.
Dit eerste stuk van onze vlucht gaat tot Singapore en duurt ongeveer 14 uur ofzo. Wij hopen op een rustige vlucht. En dat lijkt in het begin zo. Zowel Kai als het andere babietje slapen in hun wieg. Helaas blijft het voor Kai bij een dutje van 45 min. En een wakkere baby moet ge-entertained worden...Na een paar uur lukt het ons om hem weer in dat bedje te krijgen maar doordat de andere baby nu zo onrustig is en veel roept lukt het ook Kai niet om door te slapen, en zo houden ze elkaar wakker. Het verschil is dat Kai op onze schoot wel rustig is maar de andere baby niet. Die blijft het vliegtuig bijeen roepen. We zijn blij wanneer we in Singapore landen. Hier moeten we er kort uit. De rest van de vlucht duurt minder lang. Kai is intussen zo moe en wil daardoor niet meer in zijn wieg, dat we hem in de draagdoek steken. Gelukkig valt hij nu eindelijk in slaap en blijft een paar uur slapen. Na nog een 9 uren landen we eindelijk in Sydney. Hier moeten we door heel strenge controles. We krijgen een vragen lijst over alles en nog wat: of we medicijnen, dierlijke producten, hout, vuile schoenen (bijv van op een boerderij of uit een recreatiedomein ofzo) etc hebben. Aan de hand van die vragenlijst moeten we dan door andere controles. We geraken er uiteindelijk vlot door en we moeten niet al onze bagage uit pakken. In de aankomst hal is het natuurlijk weer zoeken hoe we in ons hotel zullen geraken. Met al onze bagage en een doodmoe ventje heb ik geen zin in openbaar vervoer. Ik ga aan de luchthaven info vragen hoeveel een taxi kost. De info blijkt gesloten te zijn maar er staat wel een ondernemende man die een passagier staat op te wachten. Hij zegt dat we voor een prijsje wel mogen meerijden in zijn bus en dat hij ons aan ons hotel gaat af zetten. Super vind ik dat, hij content dat hij iets bij verdient, wij content dat we niet moeten sleuren. Tegen 10.30 (savonds) komen we eindelijk in ons hotel. De kamer is ok, maar de hitte valt ons verschrikkelijk tegen. Er is airco maar die doet niet veel meer dan warme lucht rond blazen. Hij maakt ook verschrikkelijk veel lawaai, maar zo overstemt hij tenminste wel het straat lawaai. Kai is intussen zo over zijn toeren dat hij na zijn badje helemaal niet meer wil slapen. Het arme ventje weet zich ook te pletter. Uiteindelijk valt hij tussen ons voor een paar uurtjes in slaap maar is al veel te vroeg terug wakker.
Het hotel voorziet geen ontbijt maar er is een koffiebar naast het hotel waar we terecht kunnen. Met kleine oogjes zitten we aan tafel. Ik heb intussen in 50 uur een goede 4 uur geslapen dus na het ontbijt gaat Bart wandelen met Kai in de draagdoek zodat ik nog een uurtje kan slapen. Tegen de middag gaan we dan op stap. Eerste missie: een zonnehoedje vinden voor Kai. Onmogelijke missie want de zomercollectie gaat uit de rekken en de herfstkledij hangt al klaar (het is maar 28 graden?!?)
Gelukkig kunnen we hem in de draagdoek wel afschermen tegen de zon. Het volgende op het programma zijn de royal botanic gardens. Ongelooflijk mooi, exotisch, en het briesje maakt de temperatuur draaglijk. Er lopen/vliegen hier rare vogels rond (gelijk wij stadsduiven hebben zijn er hier papegaaien, kaketoes enzo). Een onophoudelijk gekwetter en gezoen doet ons naar boven kijken en blijkt dat de bomen vol hangen met vliegende honden (grote vleermuizen). En even later kom ik ook mijn eerste gigantische spinneweb tegen met een al even gigantische spin, brrrr. De wandeling brengt ons tot aan de baai waar we een eerste zicht hebben op de werldberoemde opera en Sydney harbour bridge. Fotomateriaal!!
Tegen de avond bezoeken we ook nog het aquarium van Sydney: zeepaardjes, giftige vissen, krokodillen, zzeschildpadden, enorme haaien en een nog grotere mantra, stingrays, roggen...waaw. Aziatische kinderen op schoolreis: iets minder waw. Gelukkig hebben ze kai niet gezien in de draagdoek of hij mocht 37 keer poseren voor de foto. Een ander kindje met blonde krullen heeft minder geluk en wordt overspoeld door aziaten die graag een foto van haar willen.
Gelukkig doet Kai lange dutjes in de draagdoek en wordt zo zijn eigen vrolijke zelf. We worden hier wel met grote ogen bekeken want een draagdoek kennen ze hier niet. Mischien ook veel te warm voor dit klimaat?
Tegen de avond zijn we stikkapot. We vinden niet direct een restaurant dat osn aan staat dus we nemen een kebab mee naar onze kamer. De airco doet het intussen nog steeds niet. We krijgen ook steeds een andere uitleg dus ik begin te vermoeden dat dit een permanent probleem gaat zijn. Ter compensatie krijgen we wel gratis ontbijt...tja....gratis eten maar slapen bij 30 graden?
Kai heeft hier intussen geleerd wat een woede aanval is en maakt daar bij momenten graag gebruik van. Maar 't heeft allemaal met de vermoeidheid te maken. Daar tegenover staat dat hij van de ene dag wel beginnen kruipen is: knietjes onder zijn lijfje, of met beentjes gestrekt op de tenen gaan staan. Alleen de coordinatie met de armpjes lukt nog niet zo dus hij geraakt niet veel vooruit. Maar hij vind het wel heel plezant. En wij fier natuurlijk :))
Deze nacht slaapt hij al veel beter (hout vast houden, hij slaapt nog) en hij en bart liggen lekker te knorren. Wat ik ook nog even ga proberen. Straks gaan we ons gratis ontbijt opeisen, ga ik nog eens reclameren over de airco (wie weet krijgen we een upgrade naar een kamer met werkende airco), een plaatsje zoeken met draadloos internet om dit verlag online te zetten en Sydney verder verkennen.

Saturday, February 6, 2010

Thursday, February 4, 2010

Where to???? Down Under!


We kunnen het reizen niet laten! En onze kleine Kai lijkt flexibel genoeg te zijn om een reis te verteren. Nog voor hij goed en wel 2 maandjes oud was ging hij al mee naar Font. Daarna volgde nog een weekje zuid frankrijk, 5 daagjes Praag, een weekje Oostenrijkse alpen. En onze kleine man is overal happy.
Onze bestemming is nu wel even iets anders dan gewoonlijk: geen afgelegen gebieden, zelfvoorzienende trekkings of avontuurlijke fietsreizen. Dus werd het Australië. Even westers als hier, prachtige natuur, en het zuiden van australië is nu draaglijk van klimaat.
Onze reisroute:
Via Heathrow vliegen we komende zondag in op Sydney. Daar blijven we enkele dagen om te acclimatiseren. Vervolgens trekken we een 12tal dagen naar Tasmanië. Dan terug naar Sydney van waar uit we in een maandje per huurauto naar Adelaïde rijden.
Tussendoor gaan we zoveel mogelijk proberen deze blog up to date houden!
see y'all mates!

Wednesday, January 27, 2010

juli 2009 - Een nieuwe wereldreiziger is geboren


Ons zoontje Kai ziet het levenslicht...

Istanboel



Aan alles komt een einde dus ook aan Cappadocië. We reizen met de nachtbus terug naar Istanboel. Op de bus ontmoetten we een duits koppeltje. Piekfijn zien ze er uit, echt nog reis groentjes. Wat een contrast met ons, stoffige reizigers :))
Toch klikt het wel en in Istanboel zoeken we samen een hotel en gaan we ook samen ontbijten. Daarna splitsen onze wegen zich weer. Wij spenderen onze dagen Istanboel met het bezoeken van het gigantische Topkapi palace, de blauwe moskee, de Aya Sophia (daar keek ik al 10 jaar naar uit!!)de bazaar en wandelen de brug over de Bosphorus over.
Turkije is zeker en vast de moeite waard en een land van bergsport, strandleven, cultuur en gastronomie. We gaan zeker nog eens terug!

Cappadocië




Onze laatste week turkije gaan we in Cappadocië door brengen. Een beetje relaxen en bekomen van het hoge reis tempo. We besluiten Gorëme als uitvalsbasis te nemen. We willen ons budget wat sparen en besluiten geen hotelkamer in een holwoning te nemen maar te kamperen. De camping ligt een paar kilometer boven Gorëme en blijkt een echt trefpunt voor allerlei wereldreizigers te zijn. We ontmoetten een nieuw zeelands koppel dat al 5 jaar lang verschillende wereldreizen aan elkaar fietst, een amerikaans koppel dat een jaar backpakked en een troep duitsers die een aantal maanden met de moto op toer is. We maken er een gezellige boel van. Een paar dagen later wordt de camping ook nog eens overspoeld door Belgische en Nederlandse campertoeristen die in kolonne door Turkije trekken. Veel leuker dan hotel kamer dus. Elke morgen worden we gewekt door de vele luchtballonnen die toeristen hoog boven de fairy chimneys van Cappadocië voeren. Deze rotsformaties zijn Cappadociës beroemdste bezienswaardigheid. De dagen die we hier verblijven vullen we dan ook met het exploreren van verschillende valleien met grotwoningen, grotkerken van de eerste christenen. Tot voor kort leefden ook nog heel wat turken hier in dit soort woningen. Maar de uit zandsteen gevormde rotsformaties zijn helaas heel erg onderhevig aan erosie wat leidt tot een immer veranderend landschap. Tijdens deze tochten stuiten we verschillende keren op verwilderde wijngaarden en boomgaarden van vroegere bewoners. We smullen onze buikjes lekker rond! We huren ook een gids in van het uitstekende trekkingsbureau 'Middle earth travel. Gaië, het meisje dat ons rondleidt weet ons ook heel veel te vertellen over de omgeving, de cultuur etc. Ook weer een aanrader. We bezoeken ook een ondergronde stad waar de eerste christenen zich verscholen voor de Romeinse onderdrukkers. Eén avond gaan we ook kijken naar de whirling dervisches, een soort traditionele perzische dansvoorstelling maar ik vind de opvoering veel te toeristisch.
Al bij al is Cappadocië genieten van de zon en het goede leven!

Nemrut Dagi



Na ons kort verblijf in Mardin doorkruisen we verder Turkije. We zijn intussen al op terugweg naar Istanboel. Via allerlei omwegen belanden we aan de voet van Nemrut Dagi. Op deze berg heeft 1 of andere megalomane koning vele eeuwen terug een artificiële bergtop laten aan leggen met twee terrassen: een oostelijk geörienteerd terras om de zon te begroeten en een westelijk terras om de zon te zien onder gaan. Hij zou naar verluidt ook onder die bergtop begraven liggen. Onze bus dropt ons af aan de voet van de berg. We lopen nu een stukje te voet naar boven in de hoop lokaal transport die naar boven gaat tegen te komen. In het eerst volgende dorpje proberen ze ons wijs te maken dat niemand nog naar boven gaat. We dienen hier te blijven slapen. En dat terwijl er steeds busjes passeren. Wij doen telkens teken om te stoppen maar de man die ons aan de praat houdt doet telkens teken om niet te stoppen. Als hij ons maar niet kan overtuigen probeert hij ons dan een slaapplek op te dringen in een lodge van een familielid. Wij zeggen braafjes van ja, geraken zo toch aan transport. Aan de lodge in kwestie weigeren we uit te stappen, we willen namelijk in de laatste lodge onder de top slapen omdat we voor zonsopgang nog op het oost terras willen staan. Uiteraard volgt weer veel discussie. Ze willen ons nu weer wijs maken dat het transport niet door rijdt en dat we hier moeten blijven. Omdat we weigeren rijdt het busje toch door om lokale mensen en hun inkopen/oogsten af te zetten op de afgelegen boerderijen. Bart helpt telkens vriendelijk met de vele kratten tomaten en zakken levensmiddelen van het dak van de bus te halen. Zo merken de inzittenden dat we de kwaadste niet zijn en er onstaat weer een discussie. We verstaan het uiteraard niet maar uit de gebaren en blikken lijkt het er op dat ze vinden dat we niet verder bedot moeten worden en dat we toch op onze bestemming moeten gedropt worden. Uiteindelijk geraken we laat in de namiddag op onze bestemming. We regelen een lift naar de ingang van het national park voor de volgende ochtend (zeg maar nacht) om daarna meteen de berg af gevoerd te worden zodat we onze lange afstand bus naar Capadocië nog kunnen halen.
De volgende ochtend is het veel te vroeg op staan. We zijn zowat de eersten die aankomen en het is nog pikkedonker op de terrassen. Tegen zonsopgang komen er steeds meer toeristen. De zonsopgang is magistraal. We hebben een schitterend zicht op het vroegere Mesopotamië. Nog wat snelle fotos en dan koersen om onze bus te halen.
Nemrut Dagi, vreemde ervaring weer maar absoluut een aanrader!

Dogubayazit - Van - Diyarbakir - Mardin



De volgende dagen reizen we verder, naar Van, een moderne stad midden in Turks Koerdistan waar we het kasteel bezoeken en een park waar de mensen een erg rare gewoonte hebben. Overal in het park zijn bronnen en de mensen komen er in grote hordes met allerlei containers water tappen. Sommige nemen het water mee naar huis maar andere gieten het dan een beetje verder in het park weer allemaal weg. Na Van twijfelen we een beetje over onze reisroute. We besluiten naar Diyarbakir, de koerdische hoofdstad te trekken om de stadswallen te zien (niet zo indrukwekkend). Van daar rijden we naar Mardin, een off the beaten track plaatsje volgens de lonely planet, niet ver van de Iraakse grens. Het blijkt uiteindelijk een stoffig stadje te zijn, vol boutique hotels. We krijgen een gigantische sprookjeskamer, mag wel voor dat geld, maar ook al is dit een chique hotel, ze moeten toch nog leren wat meer respect voor de gasten te krijgen door snachts wat stiller te zijn! Veel is er hier niet te zien, behalve zand. Uit Iraak komt niets goed zeggen ze hier, bewijst ook de zandstorm die uit de Iraakse woestijn komt aanzetten. Levert wel mooie fotos op!